Laten we hem Kevin noemen. Zo heet hij niet echt, maar niemand vindt het leuk om als schuldenaar te boek te staan. Geldproblemen zijn iets om je voor te schamen. Of, laten we het anders formuleren: geldproblemen zijn iets waarvoor veel mensen zich schamen. En daarom verdraaien we een aantal feiten, op verzoek van de 23-jarige die vandaag op gesprek komt bij zijn coach. Zo kunnen we, zonder hem te schaden, tóch vertellen hoe het kan dat een jongere in de problemen komt – en wat er dan voor hulp beschikbaar is. Áls die jongere althans het geluk heeft in Groningen te wonen.

Hij heeft halflang, donker haar in een strak staartje, een kleine tatoeage in zijn nek. Een bril. Kevin is een van de Groningse jongeren met een zogeheten ‘eurocoach’. Vandaag heeft hij op het gemeentekantoor een afspraak met Mariëlle van der Heide, die hem bijstaat. Vanachter glas – een glazen schot scheidt de jongeren van de coaches – moet hij toegeven dat hij het, hoewel hij in principe genoeg geld had, toch niet heeft gered op zijn weekbudget. Hoe dat komt, vraagt Mariëlle. Kevin haalt zijn schouders op. ‘Ik denk toch door de boodschappen. Ik heb dat inzicht gewoon niet.’ Mariëlle heeft inderdaad veel kleinere supermarktbedragen zien staan op de afschriften, zegt ze. ‘En afschrijvingen van Thuisbezorgd.’

Samen lopen ze door wat er binnenkomt – studiefinanciering, uitkering, de zorg- en de huurtoeslag – en wat er uitgaat. KPN voor internet en tv. Spotify. De huur van televisie en koelkast. En de boodschappen natuurlijk. De zorgpremie. De uitvaartverzekering. ‘En de gemeentelijke belastingen, heb je daar wel eens van gehoord?’ Dat heeft Kevin. ‘Maar ik weet eigenlijk niet wat het is.’

Kevin had deze afspraak al een paar keer verzet, vertelt Mariëlle – en daarmee is hij bepaald geen uitzondering. Deze doelgroep verzaakt nogal eens; afspraken worden verzet en soms komen de jongeren helemaal niet opdagen. Lastig, zegt Mariëlle, want alles gaat op vrijwillige basis en het initiatief ligt altijd bij de jongeren. Zíj moeten naar afspraken komen, zíj moeten rekeningen en andere relevante post doorsturen naar hun eurocoach. Laten ze het afweten, dan komt er een waarschuwing, er komt een herstelperiode. Als de jongere dan nog steeds geen motivatie toont, wordt uiteindelijk het traject beëindigd. ‘Wij kunnen niet alles overnemen, we zijn geen bewindvoerders. Als zij het laten afweten, houdt alles op.’ Wel, zegt ze, kunnen jongeren zich altijd later opnieuw melden. Er kan maar net iets gebeuren waardoor ze wél gemotiveerd raken. Bij zo’n terugkeer wordt besproken waarom het eerder niet lukte, maar iedereen krijgt een nieuwe kans.

VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT

Er gaat veel veranderen bij Vrij Nederland. Zo gaan we de redactie uitbreiden, de website en het blad opnieuw vormgeven en ons meer richten op onze oorspronkelijke missie. Benieuwd? Lees hier meer!

Ik snap het niet

Kevin zou je een eurocoachrecidivist kunnen noemen. Hij zat al eerder in een traject, het ging goed, hij leek het zelf te redden en de steun werd afgebouwd. En toch zit hij hier nu weer. Hij haat het, verzucht hij, dat hij het niet zelf kan. Hij woont op zichzelf, is verdorie volwassen, en hierdoor voelt hij zich dat niet écht. Maar, ziet hij ook wel in: al die cijfers, hij wordt er tureluurs van. Daarom gaat Mariëlle nu ook de betalingen aan de energieleverancier overnemen, ze schrijft het bij op het lijstje van zaken die zij al voor Kevin regelt. ‘Maar het is wel aan jou om het door te geven,’ waarschuwt ze hem. ‘Jij krijgt de post, maar als je die niet aan mij doorstuurt, wordt het lastig om je te helpen.’

Hééft hij trouwens nog post gekregen, vraagt Mariëlle. Kevin rommelt in zijn rugtas en vist er iets uit van Odido en iets van het CJIB. ‘Dit zijn de belangrijkste. Er waren er nog meer, maar er was een bus uitgevallen dus ik had haast, en toen heb ik de rest niet meer kunnen pakken.’
Wat zijn het voor brieven, vraagt Mariëlle. Open incasso, betalingen? ‘Ik snap er niks van,’ geeft Kevin toe.

Zijn vriendin krijgt € 70 per week, vertelt Kevin. Komt ze daarmee uit? ‘Hm. Kielekiele. We hebben natuurlijk ook katten.’

‘Vraag dan alsjeblieft je begeleider om hulp, oké? Niet dat je denkt: ik snap het niet, dus ik leg het aan de kant, want dan is het makkelijk te vergeten.’

Hij knikt. ‘En dan moet ik ook nog vierhonderd euro aan mijn vriendin geven. O, ik word niet goed.’ Zijn vriendin zit ook in de schuldhulpverlening. Ze zijn twee jaar samen en hij leent haar wel eens wat. Hartstikke lief, zegt Mariëlle, maar denk erom: jij hebt zelf ook problemen, hè, vergeet dat niet. Kevin zwijgt. Ze gaan samen een budget opstellen. Waar denkt Kevin zelf aan? Hij weet het niet, wat is een goed weekbedrag? Zijn vriendin krijgt € 70 per week, vertelt hij. Komt ze daarmee uit? ‘Hm. Kielekiele. We hebben natuurlijk ook katten.’
Kevin en zijn vriendin willen graag een kind; een goede reden om te sparen, dat realiseren ze zich allebei heel goed. Is zijn vriendin al zwanger, vraagt Mariëlle.
‘Nee, helaas niet.’

Honderd euro per week, dat wordt de eindconclusie. Daar moet hij maar eens mee beginnen; als het niet goed gaat of juist wel kan het altijd worden bijgesteld. ‘Dat wordt wel even wennen, maar ik heb het eerder gedaan, dus ik weet dat ik het kan.’

Blinde vlek

Al een jaar of tien werkt de gemeente Groningen met eurocoaches. Dat begon eigenlijk vrij organisch, vertelt Andrea Prophitius. Zij stond mensen met schulden bij en merkte dat jongeren een blinde vlek waren, het was lastig om die te bereiken. Daardoor bleven ze langer dan nodig met geldproblemen rondlopen waardoor die zich opstapelden. Er moesten dus andere manieren komen om contact te maken met jongeren. Of Prophitius een eigen telefoon kon krijgen, vroeg ze, om de jongeren te appen. Dat kon, en het werkte. Toen kwam van het een het ander. Inmiddels zijn er zo’n tien coaches specifiek voor jongeren. Prophitius is senior eurocoach. In 2023 pikte het team 348 nieuwe dossiers op.

Het is belangrijk om het de jongeren zo gemakkelijk mogelijk te maken; alle excuses om geen hulp te vragen moeten zo veel mogelijk worden weggenomen. Veel jongeren schamen zich voor hun geldproblemen en durven niet snel hulp te vragen. Daarom is het belangrijk dat ze met één appje contact kunnen maken én dat ze snel aan de beurt zijn: ‘Je kunt niet zeggen: kom over twee maanden maar terug.’

Intakemedewerkers houden elke dag inloopspreekuren op het gemeentekantoor aan het Harm Buiterplein in ‘Stad’. Vervolgens worden de jongeren aan een van de coaches gekoppeld. Vorig jaar zomer ging een pilot in de wijken van start: op vaste dagdelen voeren ze hun gesprekken in de wijken waar de problemen het grootst zijn. Een gemeentekantoor waar alleen maar dames en heren in nette pakjes rondlopen kan iets intimiderends hebben – bovendien staat het betreffende kantoor in een uithoek van de stad. En de ervaring leert dat wie twintig minuten moet fietsen, al snel denkt: geef mijn portie maar aan Fikkie. Prophitius: ‘Er zijn trajecten gestopt omdat de jongeren het te veel gedoe vonden. En dat klopt, het ís ook gedoe. Maar schulden zijn dat ook.’

De blonde Evelien (zo heet ze ook niet echt) schuift vandaag in de Indische Buurt aan voor een gesprek met eurocoach Sanne.
Evelien is al een tijdje niet fit. Verkouden, snel moe, gewoon geen puf. Kan ook gewoon komen omdat ze het druk heeft, zegt ze, school, stage. Haar agenda is bomvol, en dat is ook de reden dat ze hulp heeft gevraagd. Ze wil zich nu even op het laatste jaar van haar opleiding concentreren.

Wat de eurocoaches voor de jongeren doen verschilt. Alles is maatwerk. De ene heeft alleen af en toe een schouderklopje nodig, van anderen wordt het complete budgetbeheer overgenomen.

Lang speelde Evelien mooi weer. De schulden stapelden zich op. Ze kreeg er zo veel stress van dat ze op alle fronten vastliep. De schoolresultaten, de sociale contacten – want leuke dingen doen met vriendinnen kost geld. ‘Mijn vriendinnen zijn heel lief en willen graag voor mij betalen, maar het is niet fijn. Je moet dat gewoon zelf op orde hebben.’ Ze schaamde zich. Maar ja, zoals het ging, ging het ook niet, en op die ene dag was ze er helemaal klaar mee. Haar begeleider vanuit jeugdhulporganisatie Elker kwam langs. Evelien liet haar binnen, ging in kleermakerszit op haar bed zitten en kondigde plechtig aan: ‘Ik ga je nu iets vertellen, en je mag pas reageren als ik klaar ben.’ Ze haalde diep adem en zei: ‘Ik heb een zootje gemaakt van mijn geldzaken. Ik heb hartstikke veel schulden. Ik kán het gewoon niet.’

‘Och lieverd,’ zei haar begeleider. ‘Wat goed dat je dat inziet. En we gaan het rechtzetten.’ Zo kwam ze bij de eurocoach terecht. Als eerste maakten ze samen een overzicht. Wat kwam er binnen, wat ging eruit? ‘Daar schrok ik enorm van. In eerste instantie kreeg ik er meer stress van, want ik dacht: dit ga ik echt nooit kunnen oplossen.’

Maatwerk

Zoveel jongeren, zoveel verhalen. Sommigen zijn streng voor zichzelf en willen zo snel mogelijk op eigen benen staan, anderen vinden het wel lekker makkelijk dat iemand anders de zorgen overneemt. Sommigen hebben keurig kasboeken bijgehouden, anderen komen aanzetten met boodschappentassen vol ongeopende enveloppen.

Voordat de jongeren hulp zoeken, hebben ze zelf al van alles geprobeerd, zegt Andrea Prophitius. Sommigen blijven zich schamen, ook als ze eenmaal in het traject zitten proberen ze soms nog uitgaven te verhullen. ‘Dan zien we bijvoorbeeld aan de nummering dat er afschriften missen. En ik maakte ook wel mee dat iemand geprobeerd had iets weg te tippexen.’

De problemen variëren; er komen ook jongeren die geen schulden hebben, maar het lastig vinden met geld om te gaan. Eigenlijk, zegt Prophitius, hebben ze alles wel voorbij zien komen, van een paar duizend tot 30.000 euro. Veel jongeren hebben schulden in de vaste lasten. ‘Telefoonrekeningen zien we ook wel veel. En gokverslavingen, al dat online gokken. De coffeeshop, natuurlijk. En huurachterstand. Als je een paar maanden je huur niet betaalt, loopt het snel flink op.’

‘Ik ben heel goed in geld uitgeven aan leuke dingen. Kleding. Lekker eten. Uitgaan. Allemaal veel leuker dan de zorgverzekeraar.’

Wat de eurocoaches voor de jongeren doen, verschilt; alles is maatwerk. De ene heeft alleen af en toe een schouderklopje nodig, van anderen wordt het complete budgetbeheer overgenomen. De jongere machtigt de coach dan om, bijvoorbeeld, elke maand de telefoonrekening te betalen. Of de huur. In de zwaarste ‘gevallen’ betaalt de coach álle rekeningen.

Hoe verschillend ook, elk traject begint met het maken van een overzicht; vaak hebben de jongeren geen idee wat er binnenkomt en wat ze uitgeven, en worden hun ogen geopend als ze alles op een rijtje zien staan. Samen maken ze een plan, de jongere krijgt een weekbudget. Regelmatig komen de jongere en de coach bij elkaar om te bespreken wat goed gaat en wat beter kan. Zijn er onverwachte grote uitgaven? Wat gebeurde er toen en hoe kan dat in de toekomst voorkomen worden? Hoe vaak jongeren langskomen bepalen ze zelf met de coach, sommige gesprekken gaan telefonisch. Wat nodig is, wat handig is.

Valkuilen

Evelien weet precies waar haar valkuilen liggen. ‘Ik ben heel goed in geld uitgeven aan leuke dingen. Kleding. Lekker eten. Uitgaan. Allemaal veel leuker dan de zorgverzekeraar. Maar ja, die vaste lasten moeten natuurlijk wel betaald worden. Ik had totaal geen overzicht.’ Ze bedacht een systeem om wat grip te houden op de boodschappen. Dat werkte, maar ze was een tijdje ziek en toen is er de klad in gekomen. ‘Ik vind zelf dat het nu heel slecht gaat. Soms geef ik op maandag al dertig euro uit alleen aan boodschappen voor die dag. Dat is de helft van mijn budget voor de hele week.’

Ze probeert bewust na te denken, maakt lijstjes om impulsaankopen in de supermarkt te voorkomen. ‘Maar als je dan in de winkel staat, denk je snel: o ja, dit hebben we ook nodig. Of dat. En het wc-papier is ook op. En dan kom je toch weer duurder uit.’
Ze wil zich graag aan het budget houden, zegt ze, maar ook lekker en gezond eten. ‘Niet van die skere maaltijden.’
Sanne heeft een tip: waarom gaat Evelien niet voor de hele week maaltijden plannen, en dan één of twee keer per week naar de supermarkt? ‘Het is misschien een beetje suf, maar het werkt wel. En misschien geeft het je ook wel rust. Als je een drukke dag op school of stage hebt gehad, hoef je niet ook nog eens te bedenken wat je wilt eten. En je weet dat je alles in huis hebt.’

Behalve de geldproblemen en drukte met school heeft Evelien nog meer aan haar hoofd. Het huis waar ze nu woont, gaat tegen de vlakte, en dus moet ze binnenkort verhuizen. Ze wil het redden zonder de verhuisvergoeding die ze krijgt. ‘Maar Evelien,’ zegt Sanne. ‘Dat hóéft niet, hè. Je zult nieuwe spullen nodig hebben. Je hoeft niet zo streng te zijn voor jezelf.’

Sanne heeft veel vertrouwen in Evelien. ‘Je komt heel goed je afspraken na, je komt altijd opdagen, je stuurt keurig alles door, je bent goed in contact op de app,’ complimenteert ze. Haar grootste succes tot nu toe is toch wel het concert van Harry Styles. Ze meldde zich bij Sanne, vroeg wat extra budget aan voor een kaartje, voor de reis en voor kleding, want je moet natuurlijk wel in stijl naar je idool. En het kon. Hoe was het? Haar ogen gaan twinkelen. ‘Ja, super natuurlijk!’ Ze kijkt Sanne aan en zegt: ‘Zonder jouw hulp had ik er nooit heen gekund.’

Niets daarvan, zegt haar coach. ‘Dat heb je helemaal aan jezelf te danken. Je hebt er zelf voor gespaard.’

Op afbetaling

Hoe komt het dat zo veel jongeren in de problemen komen? Veel dingen op afbetaling, zegt Sannes collega Mariëlle. Links en rechts poppen er bedrijfjes op die bijvoorbeeld koelkasten of televisies verhuren. ‘Je betaalt per maand, dus dat zijn kleine bedragen waardoor je het sneller onderschat. En niemand leest de kleine lettertjes.’ Sinds ze dit werk doet, zegt Mariëlle, kent ze alle coffeeshops in de stad bij naam, ze ziet ze geregeld voorbijkomen op bankafschriften. ‘Voor veel jongeren die hier komen, telt wiet gewoon als boodschappen. “Ik ben niet verslaafd hoor,” zeggen ze eigenlijk bijna altijd.’

Ook aan de inkomstenkant zien ze soms opvallende zaken. Sugar daddy’s, bijvoorbeeld: welgestelde heren die mooie jonge vrouwen betalen voor ‘gezelschap’. ‘Er komen soms interessante tikkies voorbij.’

Mariëlle knikt. Heel goed, zegt ze. ‘Weet je, Ashton, het enige waar het jou aan ontbreekt, is vertrouwen in jezelf.’

Ook een groeiend probleem: bankpasfraude. ‘Dat zien we echt steeds vaker: jongeren die hun bankrekening uitlenen om crimineel geld door te sluizen of wit te wassen. Zo kunnen ze in een korte tijd veel geld verdienen, en even eerlijk: wie wil dat nou niet? Maar de risico’s zijn erg hoog.’ Daar kan de 25-jarige Ashton over meepraten. Toen iemand hem vroeg even zijn bankrekening beschikbaar te stellen, ging hij akkoord. Hij liep tegen de lamp en heeft nu een strafblad. ‘Vrienden vragen hoe ik zo dom heb kunnen zijn,’ verzucht hij aan het Harm Buiterplein, waar hij een afspraak heeft met Mariëlle. ‘Maar weersta maar eens.’

Ashton heeft een dun snorretje, een baardje en een open, vrolijk gezicht. Just Chill, staat in grote witte letters op zijn lichtgrijze hoodie. Hoe het gaat, vraagt Mariëlle. Nou, zegt hij, om heel eerlijk te zijn: niet fantastisch. Hij heeft slecht geslapen, had vanochtend geen zin om uit bed te komen en naar het werk te gaan – sinds een paar maanden is hij teamleider bij een supermarkt. Maar hij deed het toch, want de baan is hem veel waard. ‘Ik zei tegen mezelf: hup, geen zin is geen reden! Dat gedrag past niet bij de teamleider die ik zo graag wil zijn.’ Ashton haalt diep adem en zegt dan: ‘Weet je, ik vind het best eng, maar ik wil stoppen met het traject. Ik denk dat ik er klaar voor ben.’

Mariëlle knikt. Heel goed, zegt ze. ‘Weet je, Ashton, het enige waar het jou aan ontbreekt, is vertrouwen in jezelf.’

Als hij nou toch weer een terugval krijgt, kan hij dan weer bij haar aankloppen, vraagt hij bezorgd. Dat kan, stelt Mariëlle hem gerust; er is altijd nazorg mogelijk. Voor wie wil, is er een afbouwperiode van drie maanden. Na die tijd kan die nazorg worden verlengd, maar ook beëindigd. Ashton gaat die drie maanden niet nodig hebben, voorspelt Mariëlle. ‘Je hebt zo veel geleerd. Ja, je hebt niet altijd handige keuzes gemaakt, maar je hebt het altijd opgelost.’
‘Komt al het geld dan straks op mijn eigen rekening?’ vraagt Ashton. Mariëlle knikt. ‘Oeh, dat vind ik wel eng,’ zegt hij.
‘Waar ben je bang voor?’
‘Nou, dat ik toch een keer denk: ach, één tientje uit de huishoudpot kan geen kwaad. En dat dan straks het potje leeg is.’

Moeite met impulsen

De jongeren bepalen uiteindelijk wat er gebeurt, maar Ashton deed zijn coach een bijzonder verzoek. Hoezeer en hoe dringend hij haar op een zwak moment ook om geld zou vragen: Mariëlle mocht het hem niet geven. Hij komt van ver. In zijn vorige woonplaats had hij veel vijanden, zegt hij, hij voelde zich niet veilig en verhuisde naar Groningen. ‘Maar hier kwam ik in aanraking met drugs. Ik stond al snel rood, en toen vroeg ik een creditcard aan – dat was natuurlijk het domste wat ik had kunnen doen. Nou ja, en toen was het hek van de dam.’

Brieven kwamen, herinneringen, aanmaningen. Het lukte hem gewoon niet overzicht te houden, hij snapte ook niks van al die brieven. Om hulp vragen durfde hij niet, hij schaamde zich. Het voelde als falen. Hij kwam bij Mariëlle terecht, die betalingen van hem overnam. Op de afschriften zag ze soms enorme bedragen voorbijkomen, en op de raarste tijden kreeg ze appjes of lange mails van Ashton. ‘Was je toen onder invloed?’ vraagt ze. ‘Ja,’ zegt hij. ‘Als ik onder invloed was, had ik heel goede ideeën. Althans, dat vond ik zelf. Maar achteraf was het helemaal niet slim.’ Mariëlle complimenteert hem met zijn goede zelfbeeld. De jongen grijnst breed.

‘Ik vind het eng, maar ik wil stoppen met het traject. Ik denk dat ik er klaar voor ben.’ Mariëlle knikt. ‘Weet je, het enige waar het jou aan ontbreekt, is vertrouwen in jezelf.

Nadat Ashton eerder al was afgekickt van harddrugs, dacht hij dat wiet geen kwaad kon. ‘Maar toen ik zag dat ik er elke maand tweehonderd euro aan besteedde, dacht ik: ai.’ Daarom gaat hij volgende maand naar een kliniek om ook van díe verslaving af te komen. Uit eigen initiatief, vertelt hij. ‘Ik kick liever af in een veilige setting. Als ik dat alleen op een kamertje moet doen is het gedoemd te mislukken.’ Het is niet zozeer dat hij te weinig geld heeft, verzucht hij, maar hij geeft het uit aan de verkeerde dingen. ‘Ik heb moeite met impulsen. Als ik honger heb, koop ik zo een broodje van zes euro. Daar kan ik ook twee hele broden van kopen, maar dat doe ik dus niet.’
‘Ben je ook bang dat je er drugs van gaat kopen?’
‘Nee, dat niet. Maar in mijn hoofd heb ik het al wel uitgegeven. Aan nieuwe kleding bijvoorbeeld. En om mijn scooter op te knappen.’

Tsja, zegt Mariëlle, dat is natuurlijk prima, zolang het maar niet ten koste gaat van de noodzakelijke, vaste uitgaven. ‘En het is belangrijk je steeds af te vragen: wil ik dit, is het me dit waard? Móét die scooter echt opgeknapt of wil ik er gewoon blitser uitzien? En ook dat laatste is prima, hè, als je er maar over nadenkt. Het gaat erom dat je je geld bewust uitgeeft. Dat het je niet ontglipt.’ Wat een redelijk, normaal budget is, vraagt hij haar. Nu heeft hij beschikking over 150 euro per week, is dat redelijk? Dat is een lastige vraag, zegt Mariëlle, en ze verwijst hem naar het Nibud waar allerlei lijstjes staan over inkomsten en uitgaven. ‘Maar roken en blowen is daarbij niet meegerekend.’ Ashton grinnikt.

Weet je, stelt Mariëlle voor: laten we af en toe blijven afspreken. Gewoon, even kijken hoe het gaat. Ze benadrukt nog maar weer eens dat dit alleen maar is om Ashton gerust te stellen en aan te moedigen. ‘Want je hebt mij absoluut niet nodig, je bent hartstikke goed bezig.’ Ze is trots op hem. Geregeld krijgt ze linkjes van hem naar artikelen of andere interessante dingen over schulden of over geld besparen. Als Ashton zoiets tegenkomt, stuurt hij het haar, misschien kan zij er iets mee voor haar andere klanten. Een vriendin van hem kreeg het niet voor elkaar een uitkering aan te vragen. Mag ik even, vroeg Ashton, hij dook erin en hop, het was geregeld. Hij denkt er nu zelfs over Sociaal Pedagogisch Werk te gaan studeren om anderen te kunnen helpen met hún geldproblemen, en uiteindelijk wil hij bewindvoerder worden. ‘Ik kan niet terugdraaien wat er is gebeurd,’ zegt hij. ‘Maar ik kan wel teruggeven wat ik zelf heb geleerd.’