Hoe schrijf je een boek waarvan niets beklijft maar dat je toch geamuseerd leest? Door niet onaardige rechte en kronkelige zinnen te schrijven, en wat je met veel aplomb hebt beweerd even later terug te nemen of af te zwakken. Door op water te schrijven. En door het een roman te noemen terwijl het overduidelijk een geheel nieuw genre is: de persoonlijke essayistische satirische vertelling.

In het recent verschenen Satirië noemt schrijver Arie Storm zichzelf August Voois. Om ervoor te zorgen dat je snel doorleest gaat hij maar weer eens tekeer tegen ‘de afbraak van de Nederlandse literatuur’: ‘Wat had je toch veel waardeloze schrijvers in Nederland!’. In talloze variaties heeft hij dit vele jaren uitgedragen in zijn recensies voor een bekende Amsterdamse krant. Het ging altijd het ene oor in het andere oor uit. Kennelijk vond men het bij die krant welletjes. Hij werd langzaam naar de marge geschoven. Zijn wrok hierover is de rode draad van Satirië. Een van zijn herhaalde...