Maatschappelijk werkers zijn de frontsoldaten van ons sociale vangnet. Zij proberen de problemen af te vangen voordat het echt misgaat, voordat de draaikolk van armoede iemand echt onder water trekt. Voor mijn documentaireserie 100 dagen in de vergeten wijk draaide ik drie maanden mee in het Laakkwartier als maatschappelijk werker bij Wijkz, een Haagse welzijnsorganisatie.

Maatschappelijk werk staat zwaar onder druk.

Een maatschappelijk werker krijgt per cliënt vier tot vijf bezoekjes, dan moet de zaak zijn afgehandeld. Dat betekent dat je de cliënt weer op een goed spoor hebt gezet of hebt doorverwezen, dieper en verder het sociale systeem in. Iedere maatschappelijk werker die ik sprak, zei hetzelfde: dat is veel te weinig. Er is in de sector veel bezuinigd; het marktdenken neemt de overhand.
Soms duurt het vier bezoekjes voordat iemand zijn problemen überhaupt aan je toevertrouwt. Maar goede hulp kost tijd en geld. En dat is er niet altijd.
Het zijn de dingen die je alleen...