Je zou Texas niet snel karakteriseren als een mentaal evenwichtige staat, in de ook al niet zo mentaal evenwichtige Verenigde Staten. Maar in de jaren zeventig ontdekte een Amerikaanse wetenschapper een uitzondering. Midden in de woestijn in het zuidwesten van Texas, aan de doorgaans bloedige Amerikaans-Mexicaanse grens, ligt El Paso. De stad leek een oase van kalme geesten, met twee- tot viermaal lagere zelfmoordcijfers en psychiatrische opnames. Hoe dat kon? Er zit van nature iets in het drinkwater: lithium. Na deze ontdekking kreeg het element de bijnaam ‘Texas Tranquilizer’. Verschillende studies sindsdien bevestigen een relatie tussen de natuurlijke hoeveelheid lithium in het drinkwater en onder andere minder zelfmoorden, moorden en verkrachtingen dan gemiddeld in de VS.

Rond 2013, tijdens de Eurocrisis, nam dit verhaal een ietwat dystopische wending. In Griekenland onderzocht men of het verstandig zou zijn om lithium kunstmatig aan het drinkwater toe te voegen. De...