Dit verhaal is ook te beluisteren.

Bastiaan Stoop (37) woont sinds zijn achttiende alleen, maar de laatste tijd voelt dat anders, mede omdat hij sinds kort vrijgezel is. Hij was professioneel danser, onder meer bij het Nationale Ballet, een leven dat altijd volgens strenge richtlijnen moest worden geleefd. Toen hij na 25 jaar stopte met dansen, kwam er ineens heel veel op hem af. Nieuw werk zoeken, de verhuizing als single naar een koopappartement, een huishouden voeren. Hij vindt het lastig om het allemaal in zijn eentje klaar te spelen. ‘Sommige mensen kunnen heel goed keuzes maken en structuur aanbrengen,’ zegt hij. ‘Ik ben anders: ik maak graag spontane plannen op de zondagmiddag en verzamel makkelijk leuke mensen om me heen.’

Inmiddels heeft hij vriendschap gesloten met zijn buurman, bouwkundige Sergio Meije, ook alleenwoner, ongeveer even oud. Stoop, die tegenwoordig onder meer als dj werkt, sleept Meije ‘mee naar een goed feest’. Meije wijst Stoop op diens huishoudelijke taken – ‘Ruim jij even je keuken op? Dat ziet er niet uit zo.’

Meije en Stoop zijn mijn buurmannen in de bouwgroep die we vormen aan de rand van Amsterdam. Ze wonen in twee van de vijf starterswoningen van het appartementencomplex, dat in totaal dertig huishoudens telt. In de helft van de huizen woont een volwassene alleen, soms met (gedeeltelijk) inwonende kinderen. Het is wat je noemt een solovriendelijke omgeving. Je kunt altijd wel iemand om hulp vragen, en eens per maand eten we samen in de gemeenschappelijke ruimte. 

de missie van Vrij nederland

Sander Heijne is de nieuwe hoofdredacteur van Vrij Nederland. Hij praat je graag bij over onze toekomstplannen. Lees hier meer.

De bewoners in ons gebouw vormen een afspiegeling van de bijna 3,8 miljoen volwassen Nederlanders die zonder partner wonen: solo’s, met of zonder kinderen. Van dát deel dat in hun eentje een stadsappartement kan kopen dan. Deze soloburen wonen zonder partner omdat het goed bevalt. Of omdat ze nooit een geschikte geliefde zijn tegengekomen. Of omdat ze gescheiden zijn, of hun partner verloren hebben aan de dood. 

Sinds de vader van mijn kinderen en ik in 2018 uit elkaar gingen, woon ook ik alleen, tot voor kort met inwonende kinderen. Ik probeer de complexiteiten van deze nieuwe leefvorm in kaart te brengen. Want ondanks de spectaculaire aantallen sololevers wereldwijd komt het onderzoek naar de unieke kenmerken ervan mondjesmaat en tergend traag op gang. Er wordt nog steeds zo wonderlijk weinig nagedacht over de implicaties van al die volwassenen alleen tussen vier muren, voor mens en maatschappij.

Een van die aspecten is alles zelf moeten doen en kunnen. Om te beginnen: de kost verdienen, waarover in de volgende aflevering meer. Van de uitgaven tot de administratie, van reparaties tot plantjes op het balkon, van visite ontvangen tot mantelzorg en vakanties regelen; niets kan worden gedeeld: niet de kosten, niet de taken. ‘Ik moet tegenwoordig een allroundmens zijn,’ zei ik verwonderd tegen een vriendin, ook een solowoner, die mij en mijn kinderen na onze verhuizing boorles kwam geven. 

Een goede vriend vertelde me dat hij na zijn scheiding moest leren visite te ontvangen, iets wat je volgens Anja Machielse, emeritus hoogleraar humanisme en sociale weerbaarheid, vooral bij mannen ziet. ‘Die zijn van oudsher gewend dat hun vrouwen de ‘socializers’ zijn; degenen die de contacten met vrienden en familie onderhouden en afspraken voor hen samen of voor het gezin maken.’ 

‘Zodra je voor werkzaamheden die je zelf niet aankunt een man vraagt, wil-ie eerst met je naar bed, en daarna is hij te moe. Dus dat schiet niet op.’

Zelf neem ik momenteel rijles. En valt het me op hoeveel vrouwen in heterokoppels in de passagiersstoel zitten als ze samen onderweg zijn.

Niet alleen de arbeidsmarkt vraagt om ‘een leven lang leren’. Ook het feit dat velen van ons door eindigende relaties en vergrijzing delen van het leven solo zullen wonen, en al die facetten die we dachten samen te gaan rooien, nu in ons uppie moeten klaarspelen. Met voor de meesten nog het voorbeeld van twee ouders die de taken thuis verdeelden. Als mijn moeder, die fulltime werkte, op zondag het eten bereidde voor de visite, de was opvouwde en streek, poetste mijn vader alle schoenen, veegde het terras, maakte de auto schoon. Een ritme van huiselijk onderhoud dat ik nu in mijn eentje inzet, en miljoenen mensen met mij. Hoewel ik sinds ik alleen woon geen schoenen meer poets, nauwelijks iets strijk, veel minder visite ontvang, en geen terras meer heb, laat staan een auto. 

Ik vroeg me af hoe andere alleenwoners dat doen. Daarom plaatste ik opnieuw een oproep op social media: ‘Betekent sololeven alles zelf moeten kunnen? Hoe doen jullie dat, alleenwoners? Hoe gaat dat, hoe voelt dat, wat besteden jullie uit? Wat lukt niet, en blijft steevast liggen? En wat moet er aan vaardigheden bijgeleerd worden om zo’n allroundmens te worden? En leren we die vaardigheden ook aan onze kinderen? Want de kans dat zij straks delen van hun leven zonder partner zullen wonen is enorm. In 2050 bestaat volgens het CBS de helft van het aantal huishoudens uit één persoon.’

‘Gelukkig kon ik al heel wat zelf toen mijn man overleed in 2019,’ mailt de 58-jarige Jessica van Hooff. ‘Ik was toen 54. Maar belastingaangifte is een blinde vlek, dus daarvoor heb ik iemand ingehuurd. Ik heb les in boren en bandenplakken gevraagd en gekregen van handige vrienden. Zo kon ik zelf mijn schilderijtjes ophangen toen ik verhuisde. Computerondersteuning heb ik van een zwager, mijn kinderen helpen met gecompliceerd uitzoekwerk voor de aanschaf van nieuwe apparaten. De tuin heb ik met mijn schoonzoon aangelegd, het ontwerp is van een vriendin, en een vriend die tegelzetter is liet zien hoe we moesten tegelen. Ik heb nu een kleine tuin die ik zelf kan bijhouden.’ 

Toen ze een nieuwe auto nodig had, heeft een vriend van haar dochter geholpen: hij liet zien op welke website ze het beste kon kijken en waar ze op moest letten. Ze heeft zelf een auto uitgezocht en hij is meegegaan voor een proefrit.

‘Op internet vind je ook veel,’ schrijft ze. ‘Zo leerde ik via YouTube een wc ontstoppen, mijn wasbak repareren en mieren bestrijden.’

De gescheiden Johan Govers, een vaste meedenker in deze serie, zegt: ‘Ik heb twee linkerhanden, en als expat geen groot netwerk. Mijn ex was handiger. Alles waar ik niet goed in ben, zoals groot onderhoudswerk aan het huis, poetsen, de tuin bijhouden, koop ik in. Gelukkig kan ik me dat permitteren.’ 

Hij wende zichzelf aan om voor een paar dagen tegelijk te koken op de dagen dat zijn zoontje bij hem is. Het leven is sinds hij alleen woont drukker geworden, meldt hij. Tegelijk ervaart hij niet ‘het energieverlies dat een niet-functionerende relatie met zich meebracht’.

Wie het geld ervoor heeft, kan een deel van de taken uitbesteden. Aan klusjesmensen, schoonmakers, belastingadviseurs, hondenuitlaters. Tot verpleging aan huis aan toe. Boodschappen worden naar je deur gebracht, net als de maaltijdboxen met voorgesneden groenten. Moet je wel voor vier dagen willen koken, want die pakketten zijn zelden voor één persoon. Uber Eats, Thuisbezorgd, Flink; er is rondom de solo’s een bloeiende diensteneconomie ontstaan.

driedubbele wederdienst

Als je daar niet voor kunt betalen, ben je aangewezen op je eigen handigheid of die van anderen. ‘Het is cruciaal dat je een goed netwerk hebt dat de helpende hand kan bieden,’ mailt Van Hooff. ‘Gelukkig heb ik veel lieve familie en vrienden, en ben ik niet bang om hulp te vragen. Ik help ook regelmatig anderen.’

Een andere lezeres schrijft dat ze het liever allemaal zelf doet. ‘Zodra je voor werkzaamheden die je zelf niet aankunt een man vraagt, wil-ie eerst met je naar bed, en daarna is hij te moe. Dus dat schiet niet op,’ zegt ze. ‘Doet een van de buren het, dan moet je vaak een driedubbele wederdienst leveren, en eeuwige dankbaarheid tonen.’ Ze heeft allerlei manieren gevonden om tijd te besparen op het huishouden. Zo koopt ze bijvoorbeeld nooit kleding die je moet strijken.

In de wetenschap worden de banden rondom de solo ‘networked individualism’ genoemd. De Israëlische demograaf Elyakim Kislev, auteur van het boek Happy Singlehood, ziet een verschuiving van het gezin naar ‘personal networking units’. ‘Waar eerst het gezinshuishouden de basis voor ondersteuning vormde, zien we nu de opkomst van informele netwerken rondom alleenwoners,’ zegt hij via Zoom vanuit Tel Aviv.

Dergelijke netwerken worden natuurlijk door gebouwen als het mijne ondersteund. Er is in dit complex altijd wel iemand die voor een solomoeder die net bevallen is iets kan wegbrengen of ophalen, of voor een zieke buur een maaltijd verzorgt. Ook valt van alles samen in te kopen, zoals gereedschap, de diensten van een glazenwasser of een ongediertebestrijder. 

Dat ik een plek kreeg in dit complex, kwam door mijn netwerk, dat ik mede heb kunnen bouwen omdat ik de kunst kon afkijken van mijn ouders; sociale mensen die makkelijk vrienden maken. Die competentie moet je maar net in huis hebben. Want je moet niet alleen meer praktische kunsten beheersen als alleenwoner, maar ook sociale. Johan Govers zegt daarover: ‘Ik ben heel sociaal van nature, maar heb dat tijdens mijn huwelijk verwaarloosd.’ Als Vlaamse expat in Nederland moest hij een nieuwe vriendenkring bouwen. Dat lukt hem nu onder meer via de organisatie NMLK, dat staat voor ‘Nieuwe Mensen Leren Kennen’, en die tweehonderd evenementen per week organiseert. ‘Je kunt een oproep doen: wie gaat er vanavond mee naar de film, wie mee eten?’ Govers is op deze manier al bonbons gaan maken, gaan pottenbakken, heeft een rondwandeling door Joods Delft gemaakt, is naar een bierfestival geweest en naar een optreden van een Georgisch meerstemmig koor.

‘Als solo heb ik gemiddeld een minder hoge levensverwachting. Al was het maar omdat er niemand in huis is die zegt: joh, ga jij es even naar de dokter.’

Sociale kunsten zijn tegelijk belangrijker en moeilijker geworden. ‘Ondersteunende en versterkende sociale contacten vergen heel veel vaardigheden in de moderne tijd,’ zei emeritus hoogleraar Machielse onlangs in dit blad. ‘Meedoen is ingewikkelder geworden. De sociale omgeving is door de individualisering, technologische ontwikkelingen en toegenomen mobiliteit volkomen veranderd. Hierdoor zijn relaties zakelijker en meer instrumenteel geworden. Het is dus niet vanzelfsprekend dat mensen iets voor elkaar willen doen, er moet wel wat tegenover staan.’ 

Om succesvol buiten je eigen familie en gezin naar anderen te reiken heb je empathisch vermogen nodig, schetste ze. ‘Een positief gevoel van eigenwaarde, en genoeg vertrouwen om hulp te durven vragen. De flexibiliteit om je aan verschillende contexten aan te passen.’

En zelfreflectie. We moeten aanspreekbaar zijn op ons gedrag: het vermogen en de wil hebben dat bij te stellen, leerde ik uit het interview met haar. Dat moet je wel ergens al jong hebben geleerd. Daarom is achterstand op anderen vaak eerder systemisch, dat wil zeggen: voortkomend uit iemands achtergrond en opvoeding, dan toe te schrijven aan een gebrek aan wilskracht.

Ronald Dekker, arbeidseconoom bij TNO, ziet dat een gebrekkig netwerk vaak samengaat met een lager inkomen en geringere sociale vaardigheden. Dekker bestudeert sociaal-economische gezondheidsverschillen tussen mensen. Ook hij reageerde op mijn online oproep naar de allroundmens. ‘Wanneer je inkomen of netwerk voldoende groot is, kun je dingen door anderen laten doen, voor geld of als ruiltransactie,’ schreef hij. ‘Kan dat door een laag of onzeker inkomen en of een gebrekkig netwerk niet, dan gaat het relatief minder goed met je. Dan scoor je dus lager op uitkomsten op de domeinen werk, gezondheid en leefstijl.’ 

Dekker heeft extra belangstelling voor het onderwerp nu hij na een tweede scheiding opnieuw alleen is gaan wonen. ‘Ik weet uit onderzoek dat ik als solo gemiddeld een minder hoge levensverwachting heb,’ zegt hij als ik hem bel. ‘Al was het maar omdat er niemand in huis is die zegt: joh, ga jij es even naar de dokter.’

Alleenwonen vergroot daarmee maatschappelijke ongelijkheid, concludeert Dekker. ‘Door de toename van solowonen zullen we zien dat de sociaal-economische gezondheidsverschillen eerder groter dan kleiner worden.’

verantwoordelijkheid nemen voor je eigen geluk

Als alleenwoner heb je meer competenties nodig, beaamt Trèske Heere, die met haar stichting De Dreamfabryk in Leeuwarden mensen met weinig geld ondersteunt om een stap vooruit te zetten naar een beter toekomstperspectief. ‘Heb je die competenties niet, heb je de ander nodig. Het wordt erg moeilijk als je te weinig vaardigheden en sociale contacten hebt, en het je ook nog eens aan geld ontbreekt.’ 

Heere ziet veel sololevers worstelen, zoals jonge alleenstaandere moeders, of immigranten die hun partner hebben verloren, en tegen allerlei zaken aanlopen die ze zelf niet kunnen regelen. ‘Vaak ook veroorzaakt door tekortkomingen in de Nederlandse taal.’ 

De Amerikaanse Sanders Jackson komt naar eigen zeggen ook van ver. Hij kwam begin jaren negentig naar Nederland als professioneel basketballer. Toen hij stopte als topsporter en in scheiding kwam te liggen, gleed hij langzaam onderuit door zwaar, onregelmatig werk, ongezond eten, te weinig lichaamsbeweging. Wat hem uiteindelijk het meest geholpen heeft, is wat hij ‘self-accountability’ noemt: ‘Verantwoordelijk worden voor je eigen keuzes. De vaardigheid om echt verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen geluk.’ Het alleenwonen zette uiteindelijk bij hem een persoonlijk ontwikkelingstraject in gang, vertelt hij in zijn nieuwe woning in Noord-Holland. Dat resulteerde in een master, beter werk, een gezonder lichaam en een bloeiende latrelatie. 

‘Meer dan praktische of sociale vaardigheden gaat het hierbij om regie te kunnen voeren over je eigen leven,’ zegt hij. Die vorm van autonomie probeert hij ook zijn kinderen bij te brengen. Hij ziet hierbij voor zichzelf een andere pedagogische opgave weggelegd dan zijn ouders, die als zwarte Amerikanen vooral bezig waren met segregatie en discriminatie. 

Misschien dat veel uit ‘de toolbox voor de succesvolle sololever’ valt samen te vatten als ‘communicatieve zelfsturing’, een term van de in 1999 overleden cultuurfilosoof Arnold Cornelis, waar Anja Machielse op voortborduurt. In haar afscheidsrede aan de Universiteit voor Humanistiek beschreef ze die kunst zo: ‘Als mensen goed met anderen kunnen communiceren en hun wensen en emoties aan anderen over kunnen brengen, zijn ze beter in staat om hun eigen koers te varen en hun eigen doelen te realiseren. Zij hebben voldoende zelfsturende capaciteiten om hun mogelijkheden en kansen te benutten, en een leven te leiden dat in overeenstemming is met hun eigen behoeften en overtuigingen.’

Enige emotionele rust helpt daar ook bij. Het gaat er ten diepste om het alleen-zijn te kunnen uithouden, zoals Susan Bögels, hoogleraar family mental health & mindfulness in aflevering zes uiteenzette. Om dat ‘eiland van jezelf’ te leren kennen, de stilte te kunnen verdragen, naar je innerlijke stemmen te kunnen luisteren.

Een goed sololeven vereist, kortom, niet alleen financiële, praktische, sociale en emotionele vaardigheden, maar vraagt ook om het zelfbewustzijn om met aandacht aan de knoppen van het leven te kunnen draaien. 

Hoe leren we dat allemaal? 

Ik leg het voor aan filosoof Joep Dohmen, die met zijn onlangs gepubliceerde magnum opus Iemand zijn, een werk van Bijbelse proporties, opnieuw liet zien een expert op het gebied van persoonsvorming te zijn. 

‘Jij vraagt: hoe zijn wij als individu en maatschappij opgewassen tegen zo’n toekomst van alleenwoners? Ik denk dat we ons sowieso niet goed hebben voorbereid op de toekomst.’

Waar het om gaat, zegt hij tijdens een telefoongesprek op een zaterdagmiddag is: hoe word je een competente solist? ‘Maar,’ zegt hij meteen: ‘Laten we even uitzoomen.’

Dohmen: ‘Jij vraagt: hoe zijn wij als individu en maatschappij opgewassen tegen zo’n toekomst van alleenwoners? Ik denk dat we ons sowieso niet goed hebben voorbereid op de toekomst. Dit project van jou is heel mooi en belangrijk. Maar we kunnen de komende decennia oorlogen, economische en klimaatcrises verwachten. In hoeverre zijn wij als stervelingen in dit neoliberale tijdperk überhaupt tegen die dreigingen in ons alledaagse leven bestand? Tegen de dominantie van de technologie? In hoeverre kunnen we als het erop aankomt als burgers samen optrekken?’ 

Dohmen is niet bepaald optimistisch. ‘We zijn alleen maar met onszelf bezig. Ik zie polarisatie, korte lontjes. Ik ben bang dat het een enorme chaos wordt.’

Dus ja, het is goed om die vaardigheden als solist te oefenen, stelt de filosoof, maar, eventjes hè, minstens zo belangrijk: zouden we niet de kunst van de gezamenlijkheid weer meer moeten leren, in kleine en grote verbanden. ‘Hoe kun je bijvoorbeeld aan elkaar laten zien dat je van betekenis bent?’ Dohmen komt verderop in de serie uitgebreider aan het woord.

Tijd, oefening. Dat is wat het kost om het solobestaan een beetje onder de knie te krijgen. ‘Voel jij je nooit alleen?’ vroeg ik eind 2022 aan een kinderloze single vriendin die altijd alleen heeft gewoond. Ik was zelf inmiddels al een tijdje solo, en vond het ‘alles alleen’ soms behoorlijk veeleisend, vooral rondom de koop en bouw van een nieuwbouwappartement. Ik voelde me eerlijk gezegd af en toe nogal hulpeloos en kwetsbaar zonder de intelligente en capabele metgezellen die ik gewend was, zeker nadat mijn nieuwe partner plotseling was gestorven. Zelfs met een bloeiend netwerk van familie en vrienden.

’Ik ben het gewend,’ zei mijn vriendin een beetje verbaasd. Ze verwachtte al geen hulp, zei ze, dat scheelde. Een nieuwe cv-ketel, de aanschaf van een elektrische auto, haar erfpacht vastklikken, ultragezond leven, uitblinken in twee banen; ze fikst het allemaal al heel lang zelf. Bovendien heeft ze door de jaren heen een betrouwbaar netwerkje van andere solo’s opgebouwd met wie ze dingen samendoet. 

Volgens Elyakim Kislev kunnen de ‘nieuwe singles’ veel leren van solo’s die al lang alleenstaand zijn. Kon die informatie, konden die best practices, maar wat sneller geclusterd en toegankelijk worden, verzucht hij. Konden er maar, zegt hij vanuit een werkkamer aan een universiteit kilometers ver weg, dezelfde leermogelijkheden voor de solo’s gaan ontstaan die we voor koppels zien. ‘Het wemelt van de boeken, workshops, trainingen en therapieën voor ‘de gelukkige liefdesrelatie’. Het wordt hoog tijd dat die er ook voor sololevers komen.’

Meepraten? [email protected]

Dit artikel kwam tot stand dankzij een bijdrage van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.