Het Nederlandse bedrijf Defenture viste een maand geleden achter het net: de opdracht van 1,5 miljard euro voor drieduizend voertuigen voor de Luchtmobiele Brigades van Duitsland en Nederland ging naar concurrenten Mercedes en Rheinmetall (onder de naam RLS).In 2018 waren het Duitse Mercedes en het Nederlandse Defenture ook al concurrenten in een aanbesteding. Toen hoopte het Nederlandse bedrijf meer Vector-voertuigen (door de lucht transporteerbare terreinvoertuigen voor het Korps Commandotroepen) te verkopen aan het ministerie van Defensie.

Er rijden er momenteel 75 rond, maar Defenture zou dit aantal vijf jaar geleden kunnen vergroten met een order van nog eens 500 extra exemplaren. Toen koos Defensie ook voor een ander type voertuig van Mercedes. Het Nederlandse bedrijf sprak in NRC van een ‘dieptepunt in ons bestaan’. Nog zuurder werd het in 2021: Mercedes bleek de beloofde auto toch niet te kunnen leveren en Defensie moest het contract opzeggen.

Achter de hand

Vlak voor het zomerreces waarschuwde de Tweede Kamer voor een mogelijke herhaling. Want wat als Mercedes ook deze keer niet zou kunnen leveren? Dat zou wéér een vertraging opleveren terwijl het door de oorlog in Oekraïne juist zaak is de militaire middelen weer op peil te krijgen. Staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD) zegde tijdens een commissiedebat eind juni toe dat ‘dit in het uiterste geval betekent dat het contract ontbonden moet worden op het moment dat niet geleverd wordt wat in de gunning stond’.

Kamerlid Wybren van Haga (BVNL) vroeg de staatssecretaris vlak voor het zomerreces om Defenture ‘nadrukkelijk achter de hand te houden’. Ook vroeg het Kamerlid de Tweede Kamer ‘zo uitgebreid mogelijk te informeren over de uitkomsten van de tests van de voertuigen van RLS’, de concurrent van Defenture die de aanbesteding won.

De motie is erg gunstig voor het Nederlandse defensiebedrijf: ze roept de regering op de testresultaten van de concurrent te delen met Kamerleden en daarnaast het aanbod van Defenture niet te vergeten. Kamerlid Van Haga bevestigt dat hij voor deze motie de letterlijke vooraf aangeleverde tekst van Defenture heeft overgenomen. Een lobbyist stuurde namens het bedrijf enkele dagen voor het debat ‘ter inspiratie een concepttekst’ aan diverse Kamerleden.

De motie haalde het overigens niet: met slechts zestien stemmen voor werd deze verworpen.

Zelf de pen hanteren

Aan Vrij Nederland laat Van Haga weten dat ‘BVNL er voorstander van is om Nederlandse bedrijven voorrang te geven bij aanbestedingen door de overheid en daarom zetten wij ons hiervoor in.’ De reden dat dit Nederlandse defensiebedrijf de aanbesteding niet kreeg, was te lezen in vertrouwelijke stukken die de Kamerleden konden inzien. Van Haga laat desgevraagd weten hier geen gebruik van te hebben gemaakt. Wel bevestigt hij graag gebruik te maken van teksten die worden aangeleverd door commerciële partijen voor zijn Kamervragen en moties. ‘Uiteraard. BVNL vecht voor het belang van Nederland en als er een gedupeerde is dan werken wij graag samen. Alle lobbyisten uit het Nederlandse MKB weten ons te vinden. De agrarische sector, de horeca, de kermisbranche, de energiebranche, de visserij, de binnenvaartschippers,’ aldus Van Haga.

Ook SGP-Kamerlid Chris Stoffer heeft zijn naam onder de motie gezet. Stoffer is op vakantie dus of hij op de hoogte was van de oorsprong van de tekst voordat hij medeondertekende is onbekend, maar de SGP-fractie laat desgevraagd wel weten dat ze altijd een eigen afweging maken. ‘Bijvoorbeeld bij de ontwikkelingssector waar de lobby zeer goed is georganiseerd, wegen we zelf alle suggesties over water, klimaat en voedselzekerheid met het oog op het inbrengen van Kamervragen en moties.’ Wat de SGP-fractie betreft worden teksten dan ook niet een-op-een overgenomen. ‘Het is sowieso onze gewoonte om zelf de pen te hanteren.’

De rol van lobbyisten

Vrij Nederland kwam dit incident tegen tijdens een onderzoek naar de rol van lobbyisten in het Tweede Kamerwerk. Naast conceptteksten voor moties denken belangengroeperingen en bedrijven namelijk graag proactief mee over Kamervragen, amendementen, wetsvoorstellen en schriftelijke inbreng voor een debat. Volgens Arco Timmermans, bijzonder hoogleraar Public Affairs aan de Universiteit Leiden, loopt Van Haga hier tegen de lamp, maar Timmermans noemt de praktijk op zichzelf ‘zeker geen zeldzame uitzondering’. Hij wijst erop dat het enerzijds goed is dat Kamerleden een open oor hebben voor signalen uit de maatschappij, maar voegt toe dat het ‘linke soep wordt zodra er een zakelijk materieel belang speelt dat letterlijk wordt overgenomen’.

Volgens Timmermans staat de discussie over integriteit en risico’s van belangenverstrengeling in Nederland nog in de kinderschoenen. ‘We hebben een behoorlijke laissez-faire houding als het gaat over lobbyen.’

Binnenkort in Vrij Nederland een uitgebreid verhaal over de rol van lobbyisten in de Tweede Kamer.